Uit het boek: De kapel, de kerk en Ell
Auteur: Jan Custers
Uitgever: Parochie H. Antonius Abt Ell
Verschijningsdatum: 26 november 2013
Datering oprichting
In 1499 krijgen enkele schutterijen in het Land van Thorn van abdis Eva van Isenburg een reglement of ‘Artickelbrief’. Van het reglement dat de schutterij van Ell dan krijgt, is slechts een fragment van een kopie overgebleven waarop Ell vermeld wordt. Wolters (2002) vergelijkt dit reglement met dat van de schutterij St-Sebastianus Thorn, St.-Antonius en St.-Catharina Stramproy, St-Margaretha Ittervoort en later (1602) dat van St-Severinus Grathem. De ouderdom van de koningsvogel van Ell wordt ook rond de oprichtingsdatum geschat. De praktisch identieke reglementen en de ouderdom van de vogel maken het oprichtingsjaar van schutterij St. Sebastianus Ell hoogst waarschijnlijk: 1499. Daarbij komt de naam van de Eller schutterij waarschijnlijk uit Thorn waar deze schutterijnaam later is verdwenen.
Bescherming en ontspanning
De reden van de oprichting van de schutterij ligt in eerste instantie in de politiek-militaire situatie van dat moment. Het relatief kleine gebied van Thorn heeft geen eigen leger en ligt ingeklemd in het grote gebied van de Graaf van Horn. Deze probeert zijn invloed over Land van Thorn te vergroten. Verder vechten doortrekkende troepen van Karel de Stoute en zijn opvolger Maximiliaan van Oostenrijk tegen het hertogdom Gelre. Daarbij komen nog de problemen tussen het Land van Thorn en de aangrenzende heerlijkheden over het gebruik van de gemeenschappelijke gronden.
Relatie met de kerk
Van oudsher is de schutterij nauw verbonden met de kerk. Wellicht is het toeval dat de schutterij is opgericht net rond het moment dat er in de kapel van Ell missen mochten worden opgedragen na de pauselijke goedkeuring (1468) en de bevestiging van de prins-bisschop van Luik (1498). De traditionele kerkelijke verplichtingen van de schutterij zijn talrijk. De schutters luisteren alle kerkelijke feesten op en in de processies lopen zij voorop ofwel in de buurt van het sacramentsbaldakijn (‘de hemel’) of fungeren ze als dragers hiervan.
Naastenliefde en politie
De schutterij zorgt ook voor hulp aan medeleden in geval van ziekte of andere moeilijke omstandigheden. Het beoefenen van de naastenliefde staat vaak in de reglementen vermeld. Daarnaast assisteren de schutters bij taken van de overheid. De gerechtsbode moet geholpen worden bij zijn politionele taken. Bandieten, landlopers en bedelaars moeten opgepakt of verjaagd worden. Dit gebeurt in de vorm van klopjachten waarvoor iedere schutterij van het Land van Thorn schutters beschikbaar moet stellen
De 19de eeuw
Deze situatie blijft bestaan tot het eind van de 18de eeuw. Van 1794 tot 1814 hebben de Fransen het in het gebied voor het zeggen. Zij vaardigen een wet uit waarin ambachtcorporaties en schuttersgilden verboden zijn en hun eventuele eigendommen geconfisqueerd worden. Toch lukt het om een groot gedeelte van die bezittingen uit handen van de Fransen te houden zodat de schutterijen bij het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden in 1814 hun functie weer uit kunnen oefenen.
In 1834 valt de regio Thorn onder België met koning Leopold I, dat zich in 1830 afscheidt van het Koninkrijk der Nederlanden. De schutterijen moeten hun geld, goederen en zilver aan de parochie afstaan. St. Sebastianus Thorn doet dat en het complete schutterszilver is toen omgesmolten tot een wierookvat en een schaal. De overige schutterijen hielden hun spullen wijselijk achter.
De functie van de schutterij in het sociale leven blijft dan dezelfde: vogelschieten, processie, begrafenis en herdenking van overledenen, patroonsfeest en gezamenlijke maaltijden. Vanaf 1870 komen er belangrijke wijzigingen met name door de intrede van de zware buks. In de omgeving van Weert bloeien vele schutterijen op en in 1896 wordt de kantonale schuttersbond Eendracht Maakt Macht in het land van Weert opgericht waarin ook de schutterij van Ell toetreedt. De Nieuwe Koerier publiceert op 22-8-1899 dat St. Sebastianus Ell op Pinkstermaandag 1900 het bondsconcours organiseert. Op 1 juni 1897 zegt de krant: Gister had alhier onder begunstiging van het prachtigste weder en onder toeloop van eene menigte vreemdelingen het gewone koningschieten plaats. Met genoegen kunnen we constateren, dat alles in de beste orde is afgelopen, wat jammer genoeg niet telkenjare het geval geweest is, zoodat de politie niet zelden handelend moest optreden. Uit archiefgegevens blijkt dat Chris Caris in 1894 en Jan Verkoelen in 1998 keizer worden.
De 20ste eeuw: een jubileumjaar en een catastrofe
In 1912 wordt het 31ste bondsschuttersfeest van de bond EMM georganiseerd “In de lommerrijke weide van de heer G. Palmen in het dorp. Aanvang half drie. Entree 12 cent. Medewerking van fanfare St. Franciscus van Weert”. In 1922 wordt in Altweert de eerste prijs behaald, waarna St. Sebastianus Ell op 23 juni het volgende bondsfeest organiseert.
In 1923 heeft het schutterijbestuur ergens gegevens gevonden waaruit afgeleid wordt dat de schutterij 150 jaar bestaat en dat wil men in 1923 vieren met een schuttersfeest. Bovendien wordt voor dit jubileum een herinneringsmedaille aangevraagd bij de koningin. Volgens de correspondentie met het kabinet van de commissaris van de koningin in Maastricht (oud gemeentearchief gemeente Hunsel, inv. nr. 766) kost het enige moeite, maar op 20 maart publiceert de Nieuwe Koerier: Door de schutterij St. Antonius alhier is als 1ste prijs van H.M. Koningin Wilhelmina een prachtige zilveren medaille ontvangen ter gelegenheid van ’t honderd-en-vijftig jarig bestaan dier schutterij ter herdenking waarvan een groot schuttersfeest georganiseerd wordt op 6 mei aanstaande.
Daags voor dit jubileumschuttersfeest, op 5 mei 1923, wordt heel Ell, en vooral de schutterij, opgeschrikt door een grote brand bij boerderij bie Stiene (Hoogstraat 18). Maria Moors komt om tijdens de brand en de bezittingen van de schutterij gaan daarbij grotendeels verloren.
Het bestuur van schutterij St. Sebastianus stuurt een verzoek om financiële steun naar de gemeente:
“Met gepasten eerbied geeft het bestuur der schutterij St. Sebastianus Ell aan uw geacht College te kennen, dat in den brand bij Mej. Wed. C. Moors, in den avond van 5 mei l.l. ookal de bezittingen van de schutterij in de vlammen zijn omgekomen, behalve het Koningszilver en de schietbuks, wat gelukkig niet ter plaatse van den brand aanwezig was. Om nu weer alles op het oude te brengen, is geld noodig. Wij hebben photo’s met prijsopgaaf gevraagd van een nieuw Drapeau, en deze zijn verbazend duur. Ook hebben wij zoo hier en daar gecollecteerd, en van de Boerenleenbank is ons een flinke som toegezegd uit hare winst, en dat alles is nog zeer verre van toereikend, reden waarom ook wij zoo vrij zijn uw geacht college beleefd te vragen, om ons in deze moeilijke zaak te steunen. Met innig vertrouwen, bied ik, namens het bestuur der schutterij, en al haar leden, bij voorbaat Uw geacht College oprechte dank: ’t welke doende, in opdracht van het bestuur der schutterij. Jacq. Cuijpers Ell.”
Er wordt blijkens een aantekening op deze brief fl. 25,- toegekend (oud gemeentearchief gemeente Hunsel, inv. nr. 767). Opgemerkt dient te worden dat (nog) niet duidelijk is waarom de aanvraag van bovenvermelde medaille en het schuttersfeest onder de naam van St. Antonius is gebeurd, terwijl in het verzoek om financiële steun weer de ‘normale’ naam van St. Sebastianus wordt gehanteerd. Het archief blijkt ook bij de brand in rook te zijn opgegaan, want er zijn over de situatie van vóór 1923 weinig gegevens. In hoeverre deze tegenslag in de jaren na 1923 invloed heeft gehad op het animo van de schutters is niet duidelijk. In de berichtgeving komt de schutterij van Ell de jaren erna niet meer voor en in 1931 gaat het vlammetje helemaal uit.
Heroprichting
Toch pakken de Eller schutters zich weer bij elkaar en op 18 mei 1936 vindt de heroprichting plaats waarbij 34 leden toetreden. Jan Huyskens wordt koning. Tiny Caelers maakt een nieuwe drapeau en voor haar bewezen diensten is zij in 1938 naast koning Pierre Verboeket koningin. Helaas worden de activiteiten door de oorlog weer gestaakt, maar vanaf 1945 gaat het bergopwaarts. In 1958 wordt een drumband opgericht waarvoor Chr. Driessen zich erg heeft ingespannen. Jarenlang haalt de groep van soms meer dan 30 tamboers grote successen o.l.v. tambour-maître Wiel Huijskens.
De enige keizer in de 20ste eeuw is L. Corstjens die in 1964, ’65 en ’66 de vogel afschiet. In 1967 wordt herdacht dat de schutterij volgens de toenmalige gegevens 200 jaar bestond. Melchior Bovy was volgens zijn schildje in 1769 keizer en teruggerekend zou de schutterij zeker in 1767 hebben bestaan. Er worden t.g.v. het jubileum historische uniformen aangeschaft en er komt een vendelgroep. In 1977 behaalt de vereniging haar grootste schietprestatie met de zesde plaats tijdens het OLS in Niel bij As. Tot 1995 groeit de groep en wordt er goed gescoord bij de optochten, schiet- en terreinwedstrijden. Helaas beëindigt een grote groep leden in dat jaar zijn lidmaatschap door meningsverschillen.
Het duurt weer 10 jaar voordat de gevolgen hiervan zijn overwonnen. Traditionele acties, waaronder het oud-ijzer ophalen en kienen, zorgen voor voldoende kapitaal zodat er in 2008 nieuwe uniformen kunnen worden aangeschaft. Rond 2010 wordt het niveau van de schutters (m.n. de vrouwelijke) beter. In 2011 wordt de OLS-prestatie uit 1977 geëvenaard. De drie dames uit dit zestal presteren het om het LDS (Limburgs Dames Schuttersfeest) te winnen dat in 2012 in Ell onder geweldige omstandigheden plaatsvindt.
Bronnen:
– Roost, P. en drs. L. Wolters, 1602-2002 Vier eeuwen Schutterij St. Severinus Grathem, Grathem, 2002
– Nies, M. en P. Hermans, Schutterswezen in het kanton Weert, 1986
– Publications de la Société Historique et Archéologique du Limbourg, 1936
– Krantenarchief Weert: publicaties in Het Kanton Weert
– Krantenarchief Roermond: De Nieuwe Koerier
– Oud Archief Gemeente Hunsel in Roermond (inv. nrs. 766 en 767)
Accommodatie
De schietaccommodatie heeft sinds de jaren 1960 veel hoofdbrekens gekost. Nadat café Bie Teun was verdwenen, verkaste het clublokaal naar café Bie Palmen waar de schietboom achter in het veld stond. Omdat de dorpsuitbreiding Molenveld II in het schootsveld lag, werd de schietboom verplaatst naar de ingang van het Heijkersbroek. Toen dit tot natuurgebied werd verklaard, moest de schietboom verhuizen naar de buurt bij Kempkeskruus waar op grond van Tjeu Vries kon worden geschoten. De nieuwe geluidswetgeving zorgde ervoor dat na klachten van één omwonende opnieuw een nieuwe plek moest worden gezocht. De gemeente gedoogde de schietboom met een houten (niet-permanent) gebouw als onderkomen (de kieët) nabij de beugelbaan op Kunnenbeemd. Vanaf 1991 begon de schutterij hier te schieten op een zelf ontworpen kogelvanger: een omgebouwde bouwlier, waarop een bak werd gemonteerd en de achtergrond werd gevormd door wit papier. Hierbij moest de schutter goed opletten: mik ik nu op ’t bölke of op een kogelgat in het papier? Een tiental jaren later kwam er een ‘officiële’ transparante kogelvanger van een speciaal soort glas. De vooruitzichten zijn dat de gemeente Leudal – na 20 jaar gedogen – via een bestemmingsplanwijziging de bouw van een nieuw onderkomen zal legaliseren. Het bij de overgang van de gemeente Hunsel naar de gemeente Leudal gereserveerde geld zal worden gebruikt om dit gebouw t.z.t te realiseren samen met de handboogschutterij.